28 oktober 2011
Met het gevaar een sentimentele zak gevonden te worden, ga ik het hier toch hebben over het mooiste doelpunt dat ik heb gezien.
Nee, niet het doelpunt van Bergkamp tegen Argentinië. Of die tegen Newcastle.
De ventieltrap van Roberto Carlos?
Of iets van Messi?
Het hakje van Madjer?
Ook niet.
Het is nu drie weken geleden. Het was negen uur op een zaterdagochtend. Een uitwedstrijd.
De koffie was niet te drinken. Het regende. Een man van VVA/De Spartaan zei dat we achter het hek moesten gaan staan. Beleid van de club.
Ook als het ging om een wedstrijd bij de F-jes.
Diep in de tweede helft rolde de bal voor het doel langs.
Voor de voeten van Belle.
Met rechts schoot ze de bal achter de doelman. Met een stuit.
Haar allereerste doelpunt.
4-0. De altijd belangrijke 4-0.
Ik schreeuwde. Ik zwaaide wild met mijn armen. Ik stootte andere mensen aan.
“Mijn dochter! Mijn dochter!”
Buurman Bart keek me vreemd aan.
Ik wilde over het hek. Ik wilde het veld op rennen.
Ik had het mooiste doelpunt aller tijden gezien.
Ik schreeuwde nog steeds. De regen verhulde wat er op mijn gezicht gebeurde.
Het lukte me niet te sms-en met mijn vrouw.