23 januari 2015
Ik heb medelijden met de mens Louis van Gaal. Regelmatig springen hem de tranen in de ogen. Hij ziet het onbeholpen gesjouw van Jones. De eeuwige poep in de broek van Smalling. De onbegrijpelijke vuurpijlen van Evans. Louis veegt de tranen uit zijn ogen,hij weet wat het zo schrijnend maakt: het zijn prima jongens. Nooit te laat. Elke dag honderd procent trainen. Altijd een prima instelling. Ze luisteren met ontzag naar de trainer. Gaan voor hem door het vuur. Louis praat veel met ze. Louis moedigt ze aan. Louis motiveert ze. Zegt dat ze steeds beter worden. Vertelt dat ze op de goede weg zijn. Louis bouwt een band met ze op. Weet hoe hun vrouw en kinderen heten. Naar welke muziek ze luisteren. Wat hun hobby’s zijn. En dan springen hem ‘s nachts in bed naast Truus soms de tranen in de ogen. Want hij weet dat die fijne jongens niet goed genoeg zijn. Dat hij ze aan het eind van het seizoen moet lozen. Dat hij afscheid van ze moet nemen, omdat ze er geen hout van kunnen. Maar dat kan Louis niet zeggen. Omdat hij ze nog nodig heeft. Daarom moet hij huichelen. Dat is vreselijk voor Louis. Louis wil altijd eerlijk zijn, maar dat kan nu even niet. Louis moet huichelen. Dat vreet aan hem. Als goed mens moet hij daar ‘s nachts van huilen. Huilen om de totale mensen Jones, Smalling en Evans.